De component Deeltjeseffecten

Deze component wordt niet ondersteund voor AMP HTML-advertenties, videoadvertenties of beeldadvertenties.

Met de component Deeltjeseffecten kunt u animatie-effecten toevoegen op basis van deeltjessystemen. Deeltjes worden gegenereerd binnen een startparameterbereik (zoals binnen een specifiek gebied en binnen een bereik van formaten) en bewegen en veranderen vervolgens met opgegeven snelheden. Hierdoor worden visuele effecten met een zekere mate van willekeurigheid mogelijk, zoals sneeuw, regen, vuur, stoom en rook.

Een voorbeeld van het sneeuweffect

De component Deeltjeseffecten gebruiken:

  1. Open het deelvenster Componenten en daarna de map Grafische elementen en effecten.

  2. Dubbelklik op de component Deeltjeseffecten  of sleep deze naar het werkvlak.

  3. Dubbelklik op de component op het werkvlak of klik op de knop Instellingen...  in het deelvenster Eigenschappen. Het dialoogvenster Deeltjeseffecten wordt geopend.

  4. Sleep de afbeeldingen die u als lagen wilt toevoegen vanuit het deelvenster Bibliotheek naar het deelvenster Lagen. Als u andere afbeeldingen wilt toevoegen, klikt u op Afbeeldingen toevoegen  onderaan het deelvenster.

  5. Selecteer het gewenste effect in het deelvenster Voorinstelling onderaan en sleep het naar het werkvlak of klik op de knop Toevoegen  die erboven wordt weergegeven. Er wordt een momentopname van het effect op het werkvlak weergegeven met een omtrek rond het herkomstgebied van de deeltjes (waar de deeltjes worden gegenereerd). U kunt meerdere effecten toevoegen als verschillende lagen.

  6. Pas het effect aan door de bijbehorende eigenschappen aan te passen. U kunt de nieuwe set eigenschappen opslaan als aangepaste voorinstelling.

De volgorde van lagen wijzigen

De volgorde van lagen bepaalt hoe ze worden gestapeld als ze elkaar overlappen. De stapelvolgorde van lagen wijzigen:

  1. Open het dialoogvenster Deeltjeseffecten door op de component op het werkvlak te dubbelklikken of door op de knop Instellingen...  in het deelvenster Eigenschappen te klikken.
  2. Sleep in het deelvenster Lagen een laag naar de gewenste nieuwe positie.

Lagen opnieuw positioneren

U kunt een afbeelding of het herkomstgebied van de deeltjes voor een effect verplaatsen, zolang deze binnen de grenzen van de component blijft. Een laag verplaatsen:

  1. Open het dialoogvenster Deeltjeseffecten door op de component op het werkvlak te dubbelklikken of door op de knop Instellingen...  in het deelvenster Eigenschappen te klikken.
  2. Selecteer de laag die u wilt verplaatsen. Er wordt een begrenzingsvak weergegeven rond de afbeelding of het herkomstgebied van de deeltjes van het effect. U kunt ook meerdere lagen selecteren om ze samen te verplaatsen.
  3. Gebruik een van de volgende methoden:
    • Op het werkvlak:
      • Sleep de laag naar een nieuwe locatie.
      • Gebruik de pijltoetsen om de laag één pixel per keer te verplaatsen. Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u op een pijltoets drukt om de laag 10 pixels in die richting te verplaatsen.
    • In het deelvenster Eigenschappen:
      • Voor afbeeldingen bewerkt u de eigenschappen voor de boven- en linkerpositie.
      • Voor effecten vouwt u de eigenschappen bij Geavanceerd uit en bewerkt u de waarden X-uitzending en Y-uitzending. Stel de optie In verhouding houden  in om het herkomstgebied van de deeltjes te verplaatsen zonder het formaat aan te passen.

Het formaat van lagen aanpassen

U kunt het formaat van een afbeelding of het herkomstgebied van de deeltjes voor een effect aanpassen, op voorwaarde dat het effect niet breder of hoger is dan de component. Voor effecten kunt u het formaat van het herkomstgebied van de deeltjes aanpassen. Het formaat van een laag aanpassen:

  1. Open het dialoogvenster Deeltjeseffecten door op de component op het werkvlak te dubbelklikken of door op de knop Instellingen...  in het deelvenster Eigenschappen te klikken.
  2. Selecteer de laag waarvan u het formaat wilt aanpassen. Er wordt een begrenzingsvak weergegeven rond de afbeelding of het herkomstgebied van de deeltjes van het effect. U kunt ook meerdere lagen selecteren.
  3. Gebruik een van de volgende methoden:
    • Op het werkvlak: Sleep de besturingsgrepen aan de zijkanten en op de hoeken van het begrenzingsvak.
    • In het deelvenster Eigenschappen:
      • Voor afbeeldingen bewerkt u de eigenschappen voor breedte en hoogte.
      • Voor effecten vouwt u de eigenschappen bij Geavanceerd uit en bewerkt u de waarden X-uitzending en Y-uitzending. Zorg ervoor dat de optie In verhouding houden  is uitgezet.

Lagen verwijderen

Een laag uit de component verwijderen:

  1. Open het dialoogvenster Deeltjeseffecten door op de component op het werkvlak te dubbelklikken of door op de knop Instellingen...  in het deelvenster Eigenschappen te klikken.
  2. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag of lagen die u wilt verwijderen.
  3. Druk op de toets Verwijderen of klik op de knop Lagen verwijderen  onderaan het deelvenster.

Lagen verbergen en weergeven

U kunt een laag verbergen zodat u gemakkelijker met andere lagen kunt werken. Verborgen lagen worden niet weergegeven in het voorbeeld of in gepubliceerde bestanden. Een laag verbergen of weergeven:

  1. Open het dialoogvenster Deeltjeseffecten door op de component op het werkvlak te dubbelklikken of door op de knop Instellingen...  in het deelvenster Eigenschappen te klikken.
  2. Klik op het vak onder het icoon Alle lagen verbergen  voor de laag die u wilt verbergen of weergeven.

Eigenschappen

Naast eigenschappen voor de hele component kunt u eigenschappen configureren voor elk effect in de component.

Eigenschappen van de component Deeltjeseffecten

Eigenschap

Beschrijving

Naam Hiermee stelt u de naam voor de component Deeltjeseffecten in.
Automatisch afspelen

Als deze optie is aangevinkt, wordt de animatie automatisch afgespeeld als de component wordt geladen.

Opmerking: Afzonderlijke effecten hebben ook een eigenschap voor automatisch afspelen.

Animatielimiet instellen Als deze optie is aangevinkt, wordt de animatie na de opgegeven duur in seconden gestopt.

Eigenschappen voor elk effect

In het dialoogvenster Deeltjeseffecten heeft u toegang tot specifieke eigenschappen voor elk effect. Open het dialoogvenster door te dubbelklikken op de component Deeltjeseffecten op het werkvlak of door te klikken op Instellingen… in het deelvenster Eigenschappen en selecteer het effect om de bijbehorende eigenschappen te bekijken.

Voorinstellingen

Elke voorinstelling heeft een standaardreeks eigenschappen. U kunt deze herstellen door met de rechtermuisknop op het dropdownmenu Voorinstelling te klikken en Resetten te selecteren. Als u een andere voorinstelling selecteert, worden de onderstaande eigenschappen teruggezet naar de standaardinstellingen voor de nieuwe voorinstelling.

Google Web Designer biedt verschillende ingebouwde voorinstellingen. U kunt ook uw eigen voorinstellingen opslaan en deze vervolgens exporteren en importeren voor gebruik op andere computers (zie Aangepaste voorinstellingen).

Eigenschap

Beschrijving

ID De ID voor het effect (zodat u naar het effect kunt verwijzen in gebeurtenissen).
Nummer Het totale aantal gegenereerde deeltjes als de animatie voor dit effect niet is gestopt of wordt herhaald.
Formaat Het bereik voor het aanvankelijke deeltjesformaat. Geef het minimum en maximum op in pixels.
Sprite De vorm van het deeltje.
Kleur De begin- en eindkleuren.
Transparantie De minimum en maximum beginniveaus voor ondoorzichtigheid. 0 is transparant en 1 is ondoorzichtig (gebruik decimale waarden voor lichtdoorlatendheid).
Snelheid De minimum en maximum beginsnelheid.
Richting

De minimum en maximum hoeken voor de bewegingsrichting van de deeltjes.

U kunt ook de bedieningselementen op de cirkel gebruiken om het hoekbereik in te stellen.

Geavanceerd
X-uitzending

De minimum en maximum X-coördinaten waar deeltjes worden gegenereerd, opgegeven in pixels of als percentages.

Stel de optie In verhouding houden  in om de breedte van het herkomstgebied van de deeltjes te behouden door de wijzigingen automatisch op beide velden toe te passen.

Y-uitzending

De minimum en maximum Y-coördinaten waar deeltjes worden gegenereerd, opgegeven in pixels of als percentages.

Stel de optie In verhouding houden  in om de hoogte van het herkomstgebied van de deeltjes te behouden door de wijzigingen automatisch op beide velden toe te passen.

Wijzigingssnelheid voor grootte De snelheid waarmee het formaat verandert, opgegeven in pixels (decimale waarden zijn geldig). Een negatieve waarde zorgt ervoor dat de deeltjes krimpen.
Willekeurige kleuren Als deze optie is aangevinkt, varieert de aanvankelijke kleur van de deeltjes willekeurig tussen de begin- en eindkleuren.
Wijzigingssnelheid voor kleur De snelheid waarmee de kleur verandert van de beginkleur naar de eindkleur. Deze eigenschap is uitgeschakeld als Willekeurige kleuren is aangevinkt.
Wijzigingssnelheid voor ondoorzichtigheid De snelheid waarmee de ondoorzichtigheid verandert. Een negatieve waarde zorgt ervoor dat de deeltjes transparant worden.
Automatisch afspelen Als deze optie is aangevinkt, wordt de animatie voor dit effect afgespeeld als de component wordt afgespeeld. Anders kunt u de animatie activeren met een gebeurtenis.
Lus Als deze optie is aangevinkt, wordt de animatie voor dit effect doorlopend afgespeeld. Anders eindigt de animatie nadat het opgegeven totale aantal deeltjes is gegenereerd.
Uitzendingsinterval De hoeveelheid tijd tussen de nieuwe deeltjes die worden gegenereerd.
Vooruitspringen Hiermee wordt de animatie gestart op het punt waarop het opgegeven percentage deeltjes is gegenereerd.
Versnelling De horizontale en verticale versnelling voor de beweging van de deeltjes.
Turbulentie
Frequentie De frequentie van de turbulentie die van invloed is op de beweging van de deeltjes. Hogere waarden leiden tot frequentere onregelmatigheden in het pad van elk deeltje.
Sterkte De intensiteit van de turbulentie. Stel dit in op 0 voor geen turbulentie.
Wijzigingssnelheid voor sterkte De wijzigingssnelheid voor de turbulentiesterkte.
Spoor De lengte van het spoor dat de deeltjes achterlaten op hun bewegingspad. Stel dit in op 1 voor geen spoor.

Turbulentie kan de prestaties van uw advertentie of webpagina vertragen, vooral als u een langer spoor instelt.

Aangepaste voorinstellingen

U kunt een set eigenschappen opnieuw gebruiken door deze op te slaan als aangepaste voorinstelling.

Een nieuwe aangepaste voorinstelling opslaan

  1. Pas de eigenschappen van een bestaande voorinstelling aan.
  2. Klik onderaan het deelvenster Voorinstelling op de knop Opslaan als voorinstelling "Save as preset" icon. U kunt ook met de rechtermuisknop op het effect op het werkvlak klikken of met de rechtermuisknop op het dropdownmenu Voorinstelling in het deelvenster Eigenschappen klikken.
  3. Geef een unieke naam op voor de nieuwe voorinstelling en druk op Enter of klik op OK.

De voorinstelling is nu beschikbaar in het dropdownmenu in het deelvenster Eigenschappen en in het deelvenster Voorinstelling, en wordt aangegeven met een icoon voor aangepaste voorinstellingen "Custom preset" icon.

De naam van een aangepaste voorinstelling wijzigen

  1. Klik met de rechtermuisknop op de voorinstelling in het deelvenster Voorinstelling en selecteer Naam wijzigen….
  2. Geef de nieuwe naam op en druk op Enter of klik op OK.

Een aangepaste voorinstelling verwijderen

  1. Klik met de rechtermuisknop op de voorinstelling in het deelvenster Voorinstelling en selecteer Verwijderen.
  2. Bevestig de verwijdering door op OK te klikken.

Een aangepaste voorinstelling exporteren

Exporteer aangepaste voorinstellingen om deze te delen met andere Google Web Designer-gebruikers.

  1. Klik met de rechtermuisknop op de voorinstelling in het deelvenster Voorinstelling en selecteer Exporteren….
  2. Selecteer de doelmap voor het exportbestand.

Het geëxporteerde zip-bestand heeft dezelfde naam als de voorinstelling.

Een aangepaste voorinstelling importeren

Als u het exportbestand voor een aangepaste voorinstelling heeft, kunt u dit bestand importeren in uw instantie van Google Web Designer.

  1. Kopieer het geëxporteerde zip-bestand naar de computer waarop u de voorinstelling wilt importeren.
  2. Open op die computer het dialoogvenster Deeltjeseffecten in Google Web Designer.
  3. Klik in het deelvenster Voorinstelling onderaan op de knop Voorinstelling importeren "Import" icon.
  4. Selecteer het zip-bestand voor de geëxporteerde aangepaste voorinstelling.

De geïmporteerde voorinstelling wordt weergegeven in het dropdownmenu in het deelvenster Eigenschappen en in het deelvenster Voorinstelling.

Gebeurtenissen en acties

Gebeurtenissen die door de component Deeltjeseffecten worden gestuurd

U kunt andere acties activeren op basis van de volgende gebeurtenissen van de component Deeltjeseffecten:

Gebeurtenis Beschrijving
Tijdslimiet bereikt Wordt gestuurd als het afspelen van de animatie de opgegeven tijdslimiet heeft bereikt.
Acties die worden uitgevoerd door de component Deeltjeseffecten en door elk effect

De volgende acties voor de component Deeltjeseffecten kunnen worden geactiveerd als reactie op andere gebeurtenissen:

  • Afspelen
  • Pauzeren
  • Stoppen

Als u een van deze acties selecteert in het dialoogvenster Gebeurtenis, stelt u de component Deeltjeseffecten of het specifieke effect in als ontvanger.

Meer informatie over hoe u gebeurtenissen configureert.

Voorbeeld

Terwijl u in het dialoogvenster Deeltjeseffecten werkt, geeft het tabblad Ontwerp een statische momentopname weer van de manier waarop de component kan worden weergegeven.

Schakel over naar het tabblad Voorbeeld om de animatie met uw huidige instellingen te bekijken. Terwijl het voorbeeld wordt afgespeeld, kunt u de eigenschappen aanpassen zodat u uw wijzigingen meteen in actie kunt zien.

U kunt ook een voorbeeld van uw document bekijken in uw voorkeursbrowser. Klik hiervoor op Opslaan onderaan het dialoogvenster en vervolgens op de knop Voorbeeld.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
11956976995942416294
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
5050422
false
false